Hoogbegaafdheid

Wat is hoogbegaafdheid?

Deze vraag is lastig te beantwoorden, aangezien er veel verschillende definities bestaan van hoogbegaafdheid.

De belangrijkste eis voor hoogbegaafdheid is een hoge intelligentie, waarbij vaak de grens van een IQ van minimaal 130 wordt genoemd.

Echter is deze score geen harde eis om te kunnen spreken van hoogbegaafdheid. Om het verschil te maken tussen hoogintelligentie en hoogbegaafdheid, moet er naast intelligentie nog gekeken worden naar twee andere eigenschappen:

  • Motivatie – De wil/drang om je intelligentie in te zetten om bijvoorbeeld iets te onderzoeken of bestuderen.
  • Creativiteit – Een originele manier van denken, bijvoorbeeld het kunnen bedenken van  inventieve manieren om problemen aan te pakken of nieuwe regels kunnen verzinnen bij het spelen van spelletjes. 

Daarbij ben je afhankelijk van de omgeving: school, vrienden en je gezin spelen een belangrijke rol bij het tot uiting komen van deze eigenschappen. 

Ten slotte wordt er vaak ook de nadruk gelegd op het ‘voelen’ bij hoogbegaafdheid. Dit kan zich dan uiten in perfectionisme, een groot rechtvaardigheidsgevoel, een hoge sensitiviteit en een zeer kritische blik.

Waarom richten wij ons op hoogbegaafdheid?

Zelf heb ik een moeilijke tijd doorlopen op de middelbare school, waardoor een grote afkeer tegen school ontstond, ik weinig lessen heb gevolgd en uiteindelijk er lang over heb gedaan om mijn pad te vinden. Pas aan het einde van mijn 5e leerjaar is er intelligentieonderzoek gedaan, en begonnen de eerste puzzelstukjes op hun plaats te vallen. 

Aangezien ik nooit op een goede manier heb ‘leren leren’, zijn de laatste jaren middelbare school en de vele studies die ik heb geprobeerd te volgen, bijna allemaal uitgelopen op een mislukking en vergrote deze de afkeer tegenover leren juist. Terwijl ik van nature, vanuit de hoogbegaafdheid, heel graag wil leren. 

Mijn werk als orthopedagoog is er daarom ook zeer op gericht om deze ervaringen te delen. In de diagnostiek kan ik dit laten blijken door mee te denken in de manier waarop het kind denkt en aan te voelen waar het tegen aan loopt. In de begeleiding kan ik mijn ervaringen delen, weet ik vaak hoe het kind zou kunnen denken en wat het zou kunnen voelen, en heb ik vergelijkbare problematiek ervaren en kan ik me daardoor ook beter herkennen in het kind. Vanuit deze herkenbaarheid kan ik de aanpak van een begeleiding ook goed afstemmen, binnen het kader van hoogbegaafdheid, en met mijn eigen ervaringen als leidraad. 

Wat doen wij met hoogbegaafdheid?

Diagnostiek

Diagnostiek bij hoogbegaafdheid is lastig, omdat er geen duidelijke definitie van hoogbegaafdheid is, zoals u hierboven heeft kunnen lezen. Daarom begint een onderzoek naar hoogbegaafdheid altijd met een intelligentieonderzoek. De vereiste blijft sowieso een hoge intelligentie, om überhaupt te kunnen spreken van hoogbegaafdheid. Daarnaast wordt er gekeken naar de andere kenmerken door middel van het uitvragen van informatie van ouders en school, vragenlijsten en observaties tijdens het onderzoek. Eventueel kan hier ook nog een schoolobservatie aan worden toegevoegd.

Begeleiding

In de begeleidingen kan hoogbegaafdheid op twee manieren worden benaderd, als de oorzaak van problematiek of als leidraad bij het oplossen van problematiek. Hier zit ook een overlap in, aangezien hoogbegaafdheid altijd invloed heeft op een kind. 

Veel voorkomende begeleiding bij problematiek die is ontstaan door hoogbegaafdheid zijn:

  • Psycho-educatie – Uitleg over hoogbegaafdheid, wat het is, welke invloed het heeft op jou en anderen, en hoe je hier het beste mee om kunt gaan in relatie tot je omgeving.
  • Executieve functies – Deze zijn vaak onvoldoende ontwikkeld ten opzichte van de cognitieve vermogens. Er wordt gewerkt aan het verbeteren van bijvoorbeeld de planning en organisatie, maar ook aan reactie inhibitie, emotieregulatie, taakinitiatie en flexibiliteit. 
  • Faalangst – Hoogbegaafde kinderen kunnen vaak al heel veel dingen, en zeker in het onderwijs gaat het aanleren van nieuwe vaardigheden in de eerste jaren vaak als vanzelf. Leren is niet nodig, onthouden is vaak al voldoende. Als er dan iets op hun pad komt dat wel inzet vereist om het te kunnen (fietsen, piano spelen, moeilijke rekensommen), willen zij dit vaak niet doen, omdat ze bang zijn dat ze het niet kunnen en daarop afgerekend worden. Voor deze kinderen wordt er stap voor stap gewerkt aan het opdoen van succeservaringen. 
  • Fixed- Mindset – Fixed-Mindset is nauw verbonden aan faalangst. Bij een Fixed-Mindset denken kinderen dat zij geen invloed hebben op de uitkomst van een activiteit, waardoor bijvoorbeeld oefenen geen nut heeft. (‘Ik snap het niet, dus ik kan het niet, en ik zal het ook nooit kunnen.’). Tijdens de begeleidingen wordt deze Mindset omgezet naar een Growth-Mindset, waarbij ze leren dat ze wel invloed hebben op hun leerproces, en uiteindelijk wel nieuwe uitdagingen aan durven te gaan. 

Daarnaast speelt hoogbegaafdheid ook een belangrijke rol in andere problematiek, bijvoorbeeld angstproblematiek of depressies. Hierbij wordt er dan ook zoveel mogelijk rekening gehouden met de manier van denken en de creativiteit in het bedenken van oplossingen.